Sequenties en data#

Opgave#

In deze opgave ga je oefenenen met slicen en indexeren van lijsten (lists).

Maak eerst een nieuw tekstbestand aan, kopieer vervolgens het volgende in het bestand en sla het op als wk2ba3.py:

# Voorbeeldopgave lists, resultaat: [2, 7, 5, 9]

e = [2, 7, 1]
pi = [3, 1, 4, 1, 5, 9]

answer0 = e[0:2] + pi[-2:]
print(answer0)

Opmerkingen bij deze code

  • let op dat je het bestand opslaat als platte tekst met een .py bestandsextensie (zie werken met platte tekst)

  • in de code worden twee lists gedefiniëerd, één met de naam e en een ander met de naam pi

  • wanneer je de code uitvoert zal de regel answer0 = e[0:2] + pi[-2:] de waarde van de variabele answer0 definiëren. Met andere woorden, vanaf deze regel is in het programma de naam answer0 bekend die verwijst naar het resultaat van de expressie e[0:2] + pi[-2:]!

  • vervolgens drukt de code de waarde van de variabele answer0 af.

Code uitvoeren#

  • zorg dat je op de command line in de directory bent waar wk2ba3.py is opgeslagen. Dit kan bijvoorbeeld het Bureaublad zijn of een andere directory (gebruik pwd om te zien waar je bent!)

  • type in python wk2ba3.py om het programma uit te voeren.

Lijsten maken en bewerken#

In deze opgave ga je een aantal lijsten maken met alleen maar de getallen in de lijsten pi en e met behulp van de volgende bewerkingen:

  • lijsten indexeren, bijvoorbeeld pi[0]

  • lijsten slicen, bijvoorbeel e[:1]

  • stapsgewijs slicen, bijvoorbeeld pi[0:6:2]

  • lijsten samenvoegen met +, bijvoorbeeld e[0:2] + pi[-2:]

    (voor deze opgaven vragen we jou + niet te gebruiken voor het optellen van getallen)

Lege regels en experimenteren

Gebruik één of meer lege regels tussen jouw antwoorden (zodat het zowel voor jou als voor ons goed leesbaar blijft!).

Als je het leuk vindt kan je proberen zo min mogelijk bewerkingen te gebruiken om tot eenvoudige, elegante en efficiënte oplossingen te komen.

De opgaven zijn als volgt:

  1. Gebruik pi en e (of maar één!) om de lijst [2, 7, 5, 9] te maken. Dit is het voorbeeld dat je hierboven ziet, deze lijst bewaar je in de variabele met naam answer0.

  2. Gebruik pi en e (of maar één, je mag voor alle verdere problemen ook maar één lijst gebruiken) om de lijst [7, 1] te maken.

    Bewaar de lijst, net als hierboven, in de variabele answer1. Hier is een klein begin wat je kan kopiëren en plakken:

    # Opgave 1: [7, 1] maken
    
    answer1 = e[1:2]  # niet het juiste antwoord, maar een begin...
    print(answer1)
    
  3. Gebruik pi en e om de lijst [1, 1, 2] te maken. Bewaar deze lijst in de variabele answer2.

  4. Gebruik pi en e om de lijst [1, 4, 1, 5, 9] te maken. Bewaar deze lijst in de variabele answer3.

  5. Gebruik pi en e om de lijst [1, 2, 3, 4, 5] te maken. Bewaar deze lijst in de variabele answer4.

Strings slicen en indexeren#

Deze opgave is in dezelfde stijl als de vorige, maar gebruikt strings in plaats van lijsten. Kopieer eerst de volgende regels naar jouw bestand onder de laatste opgave die je hebt gemaakt (gebruik lege regels om ze duidelijk van elkaar te scheiden!):

# Oefeningen met strings

h = "hanze"
s = "hogeschool"
g = "groningen"

Je mag elke combinatie van de onderstaande vier bewerkingen gebruiken:

  • strings indexeren, bijvoorbeeld h[0]

  • strings slicen, bijvoorbeeld s[1:]

  • strings samenvoegen met +, bijvoorbeeld h + s

  • herhalingen met *, bijvoorbeeld 42*g

De opgaven zijn als volgt (de eerste kijg je van ons):

  1. Gebruik h, s of g (je mag voor elke volgende opgave één of meerdere gebruiken) om de string hoi te maken.

    Bewaar de string in de variabele met naam answer5. De oplossing zie je hieronder, kopiëer en plak deze in jouw bestand:

    # Opgave 5:  'hoi' maken
    
    answer5 = s[0:2] + g[4]
    print(answer5)
    

    In totaal zijn 3 bewerkingen nodig, het ophalen van ho met s[0:2] (slicen), het ophalen van i met g[4] (indexeren) en vervolgens deze twee waarden samenvoegen met + zodat we tot hoi komen als nieuwe waarde.

    Meer of minder bewerkingen

    Bij elk van de volgende opgaven zullen we steeds aangeven wat het minimaal aantal bewerkingen is dat wij hebben kunnen vinden. Het maakt niet uit als jij meer bewerkingen nodig hebt, zolang je maar tot een juiste oplossing komt!

  2. Gebruik h, s of g om de string schoenen te maken en bewaar deze string in de variabele answer6. (Ons record: 4 bewerkingen)

  3. Gebruik h, s of g om de string anzeogeschool te maken en bewaar deze string in de variabele answer7. (Ons record: 3 bewerkingen)

  4. Gebruik h, s of g om de string gnagnahahahahaha te maken en bewaar deze string in de variabele answer8. (Ons record: 7 bewerkingen)

  5. Gebruik h, s of g om de string legonoego te maken en bewaar deze string in de variabele answer9. (Ons record: 7 bewerkingen)

  6. Gebruik h, s of g om de string leggings en bewaar deze string in de variabele answer10. (Ons record: 7 bewerkingen)